De locatie waar de schuur gebouwd wordt, deed vroeger dienst als paddock voor paarden. De grond werd destijds tot op een aanzienlijke diepte omgezet. Het gevolg daarvan is dat de stabiele onderlaag zich op een diepte van ongeveer 110 à 120 cm bevind. De sleuven voor de fundering zo diep uitgraven, en dit over de volle omtrek van de schuur, was onbegonnen werk. Daarom hebben we geopteerd om op die plaatsen, waar later de stijlen van de gebinten komen te staan, grote PVC-buizen met een diameter van 30 cm in te graven tot op de stabiele ondergrond. Deze worden dan ook met beton gevuld en de funderingsbalk, die voorzien werd van wapening, steunt op deze balken.
Normaal gezien zouden de sleuven zonder bekisting kunnen gemaakt worden. Maar vanwege de beroerde grond zouden de wanden van de sleuven dan instabiel zijn en kunnen inkalven. Dit bracht heel wat extra werk met zich mee, want de volledige omtrek van de schuur moest bekist worden.
Ook werden de wachtbuizen voor water en elektriciteit mee ingegraven.
En zo kon het beton gestort worden. Op de plaatsen waar later de gebinten komen te staan, werd er een draadstang in het beton gestoken. Zo is het eenvoudiger om later de stijlen te verankeren.